Leven in een
nachtmerrie
Leon de Winter
Tienduizend jaar geleden zijn onze verre voorvaderen gemeenschappen gaan vormen van niet door bloed verbonden families. Er ontstonden nederzettingen, dorpen en uiteindelijk, de glorie van de beschaving, steden. Uitgerekend de steden worden momenteel het zwaarst getroffen – niet door het virus maar door de quarantaine die de overheden ons opleggen.
Pas als de ‘oversterfte’ gezakt is naar normale waarden, weten we of de verwoesting die de quarantaine veroorzaakt heeft een van de grootste vergissingen in de menselijke geschiedenis geweest is, of een verstandige en mensen-reddende ingreep. We leven nu allemaal in holen, wachtend op een teken van de autoriteiten dat we de straat mogen betreden. Het resultaat: we dreigen emotioneel, sociaal, financieel, economisch, te stikken. In Nederland zijn er sinds begin maart 9000 meer mensen gestorven dan ‘normaal’. Het is normaal dat er in Nederland 150.000 mensen per jaar sterven: bijna allemaal mensen aan het einde van hun leven, velen met ernstige ziekten, velen die vermoedelijk op korte termijn zouden zijn gestorven, ook zonder Covid-19.Hoeveel mensen zouden er gestorven zijn zonder quarantaine? We weten het niet. Dag na dag vertellen virologen ons dat zij het ook niet precies weten. Zij willen veiligheid, zij willen controle, zij willen voorkomen dat de ic’s overbelast raken, en dat kan alleen wanneer 17 miljoen mensen elk direct contact buiten het eigen gezinsverband uitsluiten. Vergelijkbaar met een zware griepgolf
Elk mens in dat oversterftegetal laat geliefden achter en wordt betreurd, maar voor een volk van 17 miljoen mensen met een normaal sterftecijfer van 150.000 per jaar is dat oversterftegetal relatief gering, vergelijkbaar met dat van een zware griepgolf. Het wereldwijde sterftecijfer dat samenhangt met Covid-19 is op weg naar 350.000. Dat is de helft van het aantal jaarlijkse malariaslachtoffers. Twee jaar geleden stierven er door complicaties veroorzaakt door tuberculose anderhalf miljoen mensen, ofwel vier keer zoveel als Covid-19 tot nu toe. De mensheid is niet verstoken van massaal lijden en massale sterfte, in tegendeel, elk jaar verliezen we mensen, een continue molen van geboren worden en sterven. Er stierven vorig jaar wereldwijd 58 miljoen mensen. Het aantal Covd-19 slachtoffers is in dat kolossale en natuurlijke getal een detail (ik besef, dit klinkt grof). Zou dat detail zonder de enorme inspanningen van overheden uitgegroeid zijn tot een fatale toename van het sterftecijfer? Van 0,6% van het jaarlijkse sterftecijfer naar 6%? We weten het niet. Een prof aan het Imperial College in Londen (hij heeft als bijnaam Professor Pantsdown gekregen omdat hij, in weerwil van de door hem gepropageerde anderhalve meter samenleving, toch zijn getrouwde minnares in zijn huis ontving) voorspelde een half miljoen doden alleen al in de UK. Hij zat er dramatisch naast. Het echte cijfer bedraagt momenteel 35.000; overwegend, zoals elders in de wereld, mensen op hoge leeftijd en met ‘onderliggend lijden’, ofwel serieuze ziekten die levensbedreigend kunnen zijn bij longinfecties. Het is dezelfde groep die de oversterftecijfers kenmerkt bij ernstige griepgolven. Onaanvaardbare maatschappelijke verschillen
Ondertussen gaat een groot deel van onze manier van leven ten onder. De verschillen in de samenleving worden nog groter dan ze al waren. Politici en ambtenaren zijn immuun, ook de werknemers van grote bedrijven – maar al die miljoenen mensen die zonder overheidssteun van hun zaak afhankelijk zijn, van hun creativiteit en bevlogenheid, worden door de isolatiemaatregelen naar de afgrond gedreven. Ik kan geen argument bedenken waarom de ene groep dreigt te verhongeren en de andere groep niets voelt – het gaat oorspronkelijk toch om de collectieve bestrijding van een virus? Waarom lijdt die bestrijding tot onaanvaardbare maatschappelijke verschillen? Alle podiumkunsten sterven, alle binnensteden, winkels, restaurants, bars, cafés, de hele vakantie- en toerisme-industrie, alles wat met grotere groepen mensen te maken heeft, ofwel met het menselijke theater van het moderne leven, dreigt te creperen. Er zijn stemmen die vinden dat we van deze crisis gebruik moeten maken om onze samenleving te saneren, en daarmee wordt bedoeld: we moeten groener, stiller, bescheidener, leven. Ofwel: er klinkt een echo van de romantici in de achttiende en negentiende eeuw, die zich verzetten tegen het lawaai van de stoomtrein, de stoommachines, tegen de ambities van de lagere klassen. Ik ergerde me aan de drukte die veroorzaakt werd door massatoeristen, maar, mijn god, wat mis ik ze nu. Zekere mate van roekeloosheid
Het is onmogelijk om een anderhalvemeter samenleving in stand te houden zonder repressie. En dat niet alleen: die anderhalve meter is gebaseerd op angst, maar onze moderne beschaving eist nieuwsgierigheid, de nabijheid van de ander en de vreemdeling, ongehoorzaamheid, rebellie (al is het alleen al in de geest), en een zekere mate van roekeloosheid. De stranden zijn verboden gebied. Het openbaar vervoer is strikt gelimiteerd. We bedekken ons gezicht, we trekken handschoenen aan, als we naar buiten gaan. We lezen over mensen die met hun vieren voor de deur op gepaste afstand van elkaar van een taartje willen genieten - en 1600 euro boete krijgen van overheidstirannen. Dit is geen antwoord op een ziekte. We leven in een door mensen opgelegde nachtmerrie.
Leon de Winter, in de Telegraaf van 19 mei 2020